Wij danken U, God, voor het lieve licht. Het geeft aan de aardse dingen de hemelse glans van uw gezicht. Het weet in de wereld de duisternis haast spelenderwijs te verdringen.
Wij danken U, God, dat er water stroomt en dat Gij het ons wil geven. Het stilt onze dorst en het wast ons schoon, het geeft zich aan ons zo oprecht en gewoon. Het lijkt uw eigen wezen.
Wij danken U, dat Gij de aarde schiep, opdat wij er zouden leven. Want al wat er in uw aarde sliep en rijp werd, omdat Gij het wakker riep, is ons te bewaren gegeven.
Wij danken U voor het levende groen, het koren dat wuift op de velden, de bomen, het gras en in ieder seizoen de bloemen, die iedereen vreugde doen en iets van de hemel vertellen.
Wij zeggen U dank voor de warme gloed van de zuivere vruchten der aarde. Zij komen ons geurende tegemoet met al wat zij uit de overvloed van het aards paradijs bewaarden.